Marlyee Copeland, 28
In mijn jeugd had ik een laag zelfbeeld van mijn uiterlijk. Hoewel mijn moeder me altijd zei dat ik mooi was, kreeg ik een heel ander beeld door mijn omgeving. Ik ben van gemengde afkomst (mijn moeder is blank Engels, mijn vader is zwart Jamaicaans). Op de kleuterschool had ik dus niet dezelfde huidskleur als de poppen waarmee ik speelde, op de basisschool had ik al helemaal niet hetzelfde soort haar als de meisjes in de boeken die ik las en op de middelbare school leek ik niet op de rolmodellen die me voorgehouden werden.
Ik probeerde continu mijn uiterlijk te veranderen. Een van mijn vrienden zei ooit tegen me: 'Je zou wat beter je best moeten doen en meer make-up moeten dragen, dan zou je meer in de smaak vallen bij jongens.' Jarenlang heb ik toen geprobeerd om mijn haar stijl te maken en heb ik mijn wenkbrauwen eindeloos geëpileerd - om maar binnen dat onbereikbare idee van schoonheid te passen.
Het omslagpunt voor mij was toen ik mijn eerste baan kreeg bij een buitenschoolse opvang. Daar merkte ik dat meisjes die nog maar 5 jaar oud waren onzeker waren over hun uiterlijk, terwijl ik ze stuk voor stuk prachtig van binnen en van buiten vond. Dit werk heeft mij geholpen om een nieuwe definitie aan schoonheid te geven. Het heeft me laten inzien wat echt belangrijk is. Ik ben niet hier om er leuk uit te zien voor anderen.
Vrouwen zullen altijd onrealistische schoonheidsstandaarden worden voorgehouden door de mensen die het voor het zeggen hebben. Ik denk dat we aan de kaak moeten stellen wat ons wordt voorgehouden en zelf een nieuwe definitie moeten geven aan wat schoonheid echt inhoudt.